Zijn de DanBred-zeugen in staat om meer biggen groot te brengen dan wordt verwacht? Absoluut JA, bevestigt het Danish Pig Research Centre (DPRC) na voltooien van een uitvoerig onderzoek, waarin het vermogen om biggen groot te brengen van DanBred-zeugen werd onderzocht. De conclusie van het onderzoek was dat bij het gelijkmaken van tomen tot 15 biggen zonder toevoeging van vervangende melk, het geen significante invloed heeft als de zeug 14 of 15 functionele spenen heeft bij het werpen – noch op het aantal gespeende biggen per spening, noch op het gewicht van de toom. Integendeel: er zijn verschillende positieve effecten van het laten grootbrengen van meer biggen door de zeug in plaats van het verplaatsen van overtollige biggen naar pleegzeugen, zowel wat betreft gezondheid en gewichtstoename van biggen. De belangrijke factor is om voor het werpen het vermogen van de zeug te beoordelen om veel biggen te verzorgen en te waarborgen dat de zeugen zijn voorbereid op de komende taak.
In 2018 documenteerde DanBred een indrukwekkend gemiddelde van 17,2 levendgeboren biggen per toom in Denemarken en in dezelfde periode tonen rapporten aan dat Deense koppels ongeveer 12 biggen speenden per spening. DPRC besloot deze discrepantie te onderzoeken en stelde de vraag: “Zijn DanBred-zeugen in staat om meer biggen groot te brengen dan van hen wordt verwacht?”
DanBred-zeugen kunnen 15 biggen spenen
Het vermogen van de DanBred-zeugen om biggen groot te brengen werd getest door het verdelen van zeugen in twee groepen met respectievelijk 14 en 15 functionele spenen. De volgende tomen werden allemaal gelijkgemaakt tot 15 biggen, ongeacht het aantal functionele spenen, en de biggen hadden toegang tot droog voer vanaf de leeftijd van één week, maar hadden geen toegang tot aanvullende melk.
De aanname van het DPRC was dat de groep zeugen met 14 functionele spenen minder biggen zou hebben op dag 21 na de geboorte in vergelijking met de groep zeugen met 15 functionele spenen. Dit was echter niet het geval.
Zoals weergegeven in figuur 1, had 97 % van de DanBred-zeugen geen problemen met het spenen van ten minste 13 biggen, wat één big meer per toom is dan gerapporteerd in Deense koppels in het algemeen voor 2018, terwijl 93 % van de DanBred-zeugen met 14 functionele spenen 13 biggen speenden, en 33 % van de DanBred-zeugen met 14 functionele spenen alle 15 biggen speende.
Geen significant verschil in bigprestatie
Verder werd in het onderzoek geen significant verschil gevonden in de gemiddelde dagelijkse gewichtstoename, in gewicht bij spening of in gewichtstoename van de toom tussen de twee groepen zeugen met respectievelijk 14 en 15 functionele spenen. Daarnaast werd geen noemenswaardig verschil in lichamelijke conditie gevonden op dag 21 tussen de twee groepen.
De conclusie is dat bij het gelijkmaken van tomen tot 15 biggen zonder toevoeging van vervangende melk, het geen invloed heeft of de zeug 14 of 15 functionele spenen heeft bij het werpen – noch op het aantal gespeende biggen per spening, noch op het gewicht van de toom. Integendeel: er zijn verschillende positieve effecten van het laten grootbrengen van meer biggen door de zeug in plaats van het verplaatsen van overtollige biggen naar pleegzeugen, zowel wat betreft gezondheid en gewichtstoename van biggen.
Werken met het goede verzorgende vermogen van DanBred zeugen
Dit onderzoek bewijst duidelijk dat DanBred-zeugen het potentieel en het hoge vermogen hebben voor het grootbrengen van hun grote tomen. Er blijkt echter ook uit dat het essentieel is om oplettend te zijn in de kraamafdeling, en het feit te respecteren dat er geen snelle oplossing is voor het omgaan met grote tomen. Zoals in alle thema’s rond vitaliteit, vereist succes met grote tomen toewijding, doorzettingsvermogen en het vermogen om kansen te zien en continu te werken om de prestatie te verbeteren.
Wetenschappelijke literatuur, proeven en ervaringen tonen allemaal hetzelfde aan: zeugen meer biggen laten grootbrengen dan ze functionele spenen hebben, vereist een ruime mate van inzet in de kraamafdeling. De resultaten op het gebied van productie-effectiviteit, winstgevendheid en duurzaamheid zullen beslist de moeite waard zijn.
Voorbereiding, beoordeling en strategie zijn de belangrijkste factoren
Aanbevolen wordt om voor het werpen altijd het vermogen van de zeug te beoordelen om voor veel biggen te zorgen door te focussen op de lichamelijke conditie en eetlust voorafgaand aan het werpen. Daarnaast zal het door het tellen van het aantal functionele spenen van de zeug mogelijk zijn om systematisch zeugen in goede conditie één big meer te laten zogen dan het aantal functionele spenen. Dit zal de behoefte aan pleegzeugen verminderen en daarom het mengen van biggen verminderen, wat op zijn beurt weer het biggengewicht en de algemene leeftijd bij spening zal verhogen en een positief effect hebben op de ontwikkeling van het maag-darmkanaal.
Bovendien is het van groot belang voor het succes van de productie dat alle medewerkers van de kraamafdeling de strategie kennen van het gebruik van pleegzeugen en weten welke ingrepen moeten worden gedaan als omstandigheden onder zeugen of biggen veranderen. Ten slotte dient een strategie over het gebruik van aanvullende voeding te moeten overwogen, en meer informatie over zowel pleegzeugen en aanvullend voer is te allen tijde beschikbaar in de DanBred Kennishub – danbred-knowledge.com.
Het onderzoek werd uitgevoerd door The Danish Pig Research Centre in een Deense commerciële koppel met 600 DanBred-zeugen met gebruik van vervanging op het bedrijf. De zeugen wierpen gemiddeld 19 levend geboren biggen per toom. Zeugen werden drie keer per dag gevoerd en biggen hadden toegang tot droeg voer vanaf een leeftijd van een week, maar kregen geen aanvullende melk. Bij gelijkmaking van de tomen werden de kleinste biggen verzameld bij een pleegzeug, deze namen niet deel aan het onderzoek.
Lees meer over het onderzoek in Pig Progress
Hier vindt u het Deense onderzoeksrapport