Door Helle Palmø, M.Sc., ph.d., Hoofdgeneticus bij DanBred
De voortdurende focus op wereldwijde klimaatverandering en potentiële oplossingen was nog nooit zo expliciet en relevant als nu. Toenemende extreme weersomstandigheden worden over de hele wereld geregistreerd en het wetenschappelijk bewijs voor de wereldwijde effecten van broeikasgassen op het milieu neemt steeds meer toe. De veehouderij, inclusief de varkensproductie, wordt ter discussie gesteld vanwege de CO2-voetafdruk en de vervuiling van drinkwater door kunstmest en pesticiden gebruikt voor de productie van diervoeding. In de toekomst moet varkensvlees daarom concurreren met andere soorten vlees die als duurzamer worden beschouwd, waaronder kippenvlees, insecten en vleesproducten uit laboratoria. Daarom is het verbeteren van de duurzaamheid van varkensvlees noodzakelijk om te waarborgen dat de varkensproductie een toekomst heeft.
Duurzame productie van varkensvlees zal tegelijkertijd ook tegemoetkomen aan verschillende Sustainable Development Goals (werelddoelen voor duurzame ontwikkeling) van de Verenigde Naties, bijv. “nr. 2: Einde aan honger”, “nr. 3: Gezondheidszorg voor iedereen”, “nr. 12: Duurzame consumptie en productie”, en “nr. 13: Aanpak klimaatverandering”. Dit is belangrijk omdat de snelle toename van de consumptie en productie van varkensvlees naar verwachting nog lang door zal gaan door de bevolkingsgroei en afname van armoede. Hoewel er in grote delen van de westerse wereld een afname van de vleesconsumptie per hoofd van de bevolking is te zien, voorspelt de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties dat de wereldwijde consumptie zal toenemen door middeninkomenslanden zoals China en Brazilië.
Daarom rijst de vraag: Hoe kan het fokken en genetica van varkens bijdragen aan een duurzamere productie van varkensvlees in de toekomst? Fokprogramma´s gericht op het behalen van genetische winst om meer te produceren met minder gebruik van middelen, zijn voor dit doel van het grootste belang.
Genetische selectie voor duurzaamheid
Genetische selectie is een hulpmiddel dat perfect geschikt is voor het verbeteren van de duurzaamheid. Ten eerste omdat het belangrijkste fokdoel van de meeste commerciële fokprogramma’s is om meer te produceren met minder middelen, en ten tweede omdat eventuele genetische verbeteringen cumulatief en meestal permanent zijn. Genetische selectie voor voederconversie, groei, toomgrootte en overleving resulteren allemaal in een verminderd voerverbruik of afval – wat op zijn beurt leidt tot een vermindering van de uitstoot van voedingsstoffen zoals stikstof en fosfor en van broeikasgassen zoals methaan en CO2.
Verbeterde voederconversie vermindert CO2-emissie en verbetert beschikbaarheid
Wanneer de voederconversie wordt verbeterd, zal het individuele varken minder voer verbruiken voordat het wordt geslacht. Hierdoor is het mogelijk om dezelfde hoeveelheid varkensvlees te produceren met minder voer, of meer varkensvlees met dezelfde hoeveelheid voer. Het eerste zal hoogstwaarschijnlijk de prijs van varkensvlees verlagen door afname van de kosten, terwijl het laatste de prijs van varkensvlees zal verlagen door een toegenomen aanbod-vraagverhouding, zelfs in het licht van een groeiende bevolking. In beide gevallen is er een mogelijkheid om het relatieve milieu-effect te verminderen en de beschikbaarheid van zeer voedzaam voedsel te verhogen, zelfs voor de lage-inkomensregio’s van de wereld.
Genetische selectie voor groei leidt tot dezelfde voordelen als genetische selectie voor voederconversie. Door de tijd tot de slacht te verkorten, wordt ook de hoeveelheid voer die nodig is voor het onderhoud verminderd. Gezien de huidige groeicijfers van bijv. DanBred vleesvarkens wordt geschat dat elke verbetering van 0,1 kg voer/kg groei in de voederconversie de behoefte aan voer per vleesvarken met 7,5 kg vermindert. De verwachting is dat dit de CO2-uitstoot met ongeveer 4 kg per varken zal verminderen.
Grotere tomen
Wanneer de toomgrootte toeneemt, neemt het aantal zeugen af dat nodig is om hetzelfde aantal biggen te produceren. In Denemarken bijvoorbeeld, waar het hoogste aantal varkens per hoofd van de bevolking wordt geproduceerd, wordt geschat dat elke toename in grootte van de toom met 1 big, de huidige populatie zeugen van ca. 1 miljoen kan verminderen met 25.000 zeugen, met een gelijkblijvend aantal van 32 miljoen biggen. Dit vermindert de behoefte aan zeugenvoer, met effecten die vergelijkbaar zijn met de beschreven effecten op de voederconversie en groei. Als bijkomend voordeel zal er ook een vermindering zijn van de relatieve hoeveelheid geproduceerde mest, wat op zijn beurt de afvloeiing van velden, de eutrofiëring van het oppervlaktewater en de CO2 -uitstoot als gevolg van het transport van mest zal verminderen.
Genetische selectie voor overleving leidt tot vergelijkbare voordelen, aangezien het ook het aantal zeugen vermindert dat nodig is om hetzelfde aantal biggen te produceren, terwijl het ook het voederafval vermindert. Met andere woorden, de totale hoeveelheid voer die nodig is om een groep varkens van de geboorte tot aan de slacht te leveren, zal worden verminderd. Dit zijn allemaal voorbeelden van hoe varkensfokprogramma’s indirect selecteren op duurzaamheid.
DanBred’s fokprogramma draagt bij aan een duurzamere productie
Het bijdragen aan een duurzamere productie in de toekomst is een fundamenteel principe voor DanBred’s evenwichtige varkensfokprogramma. DanBred exporteert genetica naar klanten over de hele wereld en is een van de weinige genetica-bedrijven die levende dieren mag exporteren naar China. Er wordt algemeen aangenomen dat de Chinese varkensproductie met 40-60 % is afgenomen door de Afrikaanse varkenspest (AVP) en daarom willen Chinese varkensbedrijven hun varkensstapel aanvullen. Deze hele ongelukkige situatie zou echter kunnen leiden tot een duurzamere varkensproductie in de toekomst, door het feit dat de import van nieuwe DanBred fokdieren het genetische niveau en de algemene prestaties van zowel zeugen als vleesvarkens duidelijk zal verbeteren. De nieuwe DanBred fokdieren in China produceren 10-13 varkens meer per zeug per jaar dan de vroegere gelten en zeugen. Dit zal bijdragen aan het verlagen van de CO2-voetafdruk van de Chinese varkensproductie, vergelijkbaar met ontwikkelingen in Denemarken. De genetische vooruitgang in het DanBred fokprogramma is een primaire oorzaak van de ongeveer 26 % reductie in CO2-emissies van Deense varkensproductie vergeleken met de periode van 2005 tot 2016. De reductie is voor een groot deel te danken aan de genetische vooruitgang op het gebied van voerefficiëntie, en dezelfde resultaten worden naar verwachting behaald als China aanvult met genetica van DanBred.
Genetische winst in voerefficiëntie in de DanBred rassen
Figuur 1 illustreert de genetische winst in voerefficiëntie in de DanBred rassen, en toont aan dat in 10 jaar het genetische potentieel voor voerefficiëntie met bijna 0,4 kg voer/kg groei is verbeterd, waarbij de grootste verbetering werd gezien in de berenlijn DanBred Duroc. Meer verbeteringen kunnen ook worden verwacht door de toekomstige benutting van genetische variatie, waarbij er geen indicatie is dat deze variatie binnen afzienbare tijd uitgeput zal zijn. In het berenteststation van het DanBred fokprogramma in 2018 had bijvoorbeeld de top 25 % en de top 10 % van de beren een voerefficiëntie van respectievelijk 1,93 en 1,88, vergeleken met het gemiddelde van 2,06. Deze verschillen geven de mogelijkheden voor genetische vooruitgang in voerefficiëntie in de nabije toekomst weer (over 10 jaar).
Genetische winst in toomgrootte op dag 5
Figuur 2 illustreert de genetische winst in grootte van de toom op dag 5 in de DanBred rassen. Aangetoond wordt dat in slechts 10 jaar het genetische potentieel voor toomgrootte op dag 5 is toegenomen met 3 levende biggen. Dit komt ook deels tot uiting in een lagere biggensterfte (inclusief doodgeboren biggen), met een reductie tot 8 procentpunten sinds 2004 in de DanBred kern- en vermeerderingsbedrijven. In de toekomst kan ook een verdere toename van de toomgrootte en een verlaging van de sterfte worden verwacht. Hieruit kan worden afgeleid dat er in de toekomst nog veel ruimte is voor het nog duurzamer worden van varkensvlees.
Figuren: De cumulatieve genetische winst in (1) voerefficiëntie en (2) toomgrootte op dag 5 in het DanBred fokprogramma van 2008 tot 2018. In 2018 was de voerefficiëntie respectievelijk 2,17, 2,20 en 2,06 in DanBred Yorkshire, DanBred Landras en DanBred Duroc. De toomgrootte op dag 5 was 14,0 en 13,0 in respectievelijk raszuivere DanBred Yorkshire en DanBred Landras tomen.
Fokken gebaseerd op genetische selectie
Het fokdoel bestaat meestal uit een verscheidenheid aan eigenschappen die een fokbedrijf wil verbeteren, samen met de economische waarden van deze eigenschappen, die worden berekend gebaseerd op marginale winstfuncties waar winst = inkomsten min kosten.
Een toename in de winstgevendheid van een bepaalde eigenschap kan voortkomen uit veranderingen in inkomsten of kosten, maar wordt meestal veroorzaakt door lagere kosten dan hogere inkomsten. De reden hiervan is dat winst die voortkomt uit inkomsten van extra output op koppelniveau, gerelateerd kan zijn aan managementbeslissingen en niet aan genetische selectie.